Grenen

De kleur van het verse grenen kernhout is lichtbruin. Na verloop van tijd wordt het donkerder en varieert dan van geelbruin tot roodbruin en steekt scherp af tegen het 50-100 mm brede spint dat wit tot lichtgeel van kleur kan zijn. Het spint kan soms, meestal plaatselijk, enigszins donkerder dan normaal gekleurd zijn. Dit komt door de aanwezigheid van drukhout (reactiehout), dat als een natuurlijk gebrek moet worden gezien. In het kernhout valt deze afwijking met het blote oog vrijwel niet te constateren. Evenals de andere naaldhoutsoorten uit de gematigde luchtstreken vertoont grenen een duidelijk verschil tussen het licht gekleurde vroeghout en het donkerder gekleurde laathout. Op kwartiers gezaagd hout geeft dit een streeptekening te zien en op dosse gezaagd hout een vlamtekening. Grenen is harshoudend. Soms kunnen de harsgangen als uiterst fijne streepjes worden waargenomen. Op de langsvlakken kunnen soms opvallende donkerbruine, onregelmatig gevormde kleverige vlekken voorkomen. Deze worden veroorzaakt door het hoge harsgehalte dat plaatselijk in het weefsel aanwezig kan zijn. Vers gezaagd of geschaafd hout verspreidt een aangename hars- of terpentijngeur. Deze geur verdwijnt op den duur, maar als oud hout opnieuw wordt bewerkt, ruikt het weer als nieuw. Grenen dat afkomstig is van aanplantingen (vrijwel al het grenen dat tegenwoordig wordt aangevoerd) bevat een groot percentage spint, aangezien de pijnbomen pas op circa 25-jarige leeftijd kernhout gaan vormen. Uit onderzoek is gebleken dat de mechanische eigenschappen van grenenspint niet onderdoen voor kernhout. Europees grenen heeft een zeer groot groeigebied met zeer verschillende klimatologische omstandigheden. Als gevolg hiervan treedt er een grote variatie op in groeiringbreedte, volumieke massa, grootte van de cellen, celwanddikte en aantal en grootte van de kwasten.